Voor u naar de keuring gaat, kunt u voor een onderhoud van uw voertuig naar uw garage gaan.
Lees goed het laatst afgeleverde keuringsbewijs. Hebt u een groen keuringsbewijs met vermelding van een te herstellen gebrek ontvangen? Laat deze herstelling nog voor de keuring uitvoeren.
Maak een goede indruk: maak uw wagen schoon, zet alle stoelen op hun plaats en klik alle veiligheidsgordels vast.
Controleer of alle aanwezige lichten op uw voertuig werken, in goede staat zijn en goed bevestigd zijn: grootlichten, dimlichten, standlichten, achterlichten, dagrijlichten, stoplichten, richtingaanwijzers (ook die verwerkt in de buitenspiegels), mistlichten, achteruitrijlichten en de achterkentekenplaatverlichting.
Vraag aan uw garagist om de afstelling van de dimlichten uit te voeren binnen de ideale afstellingszone zoals voorgeschreven door de constructeur. De afstelling van de lichten moet gebeuren met de bestuurder aan boord.
Let erop dat uw banden in goede staat zijn. De minimale profieldiepte is 1,6 mm.
Zorg ervoor dat uw banden voorzien zijn van de juiste bandendruk.
Zorg ervoor dat beide kentekenplaten schoon en goed leesbaar zijn. Als ze beschadigd zijn, vervang ze dan. Uw auto kan hiervoor afgekeurd worden. Vermijd afbladderende letters en losse aanhechtingen.
De reproductie van de kentekenplaat vooraan moet een erkend identificatieteken hebben.